Zoals ieder jaar vertrok op de eerste zaterdag van oktober rond 7.15 uur weer een afgeladen bus vol Barlaeusleerlingen naar Ieper. Aan het begin van klas 4 komt bij geschiedenis de Eerste Wereldoorlog aan bod, en traditiegetrouw reizen we met zoveel mogelijk geïnteresseerde leerlingen naar Ieper — de plaats waar destijds zo hevig is gevochten.
Naarmate we dichter bij de stad kwamen, werden de leerlingen steeds wakkerder, en rond half elf arriveerden we in dit stadje dat tijdens de Eerste Wereldoorlog vrijwel geheel werd verwoest. Na aankomst bezochten de leerlingen eerst het ‘In Flanders Fields’-museum. Dit museum, gevestigd in de herstelde middeleeuwse Lakenhal op het centrale plein, toont een grote verzameling objecten uit de oorlog: van propagandaposters en uniformen tot wapens en persoonlijke gebruiksvoorwerpen. Het vormt daarom een mooie introductie voor wat er in het middagprogramma verder nog langs gaat komen. In kleine groepjes liepen de leerlingen samen met de docenten door de tentoonstelling. Daarna kregen ze even de tijd voor de lunch en om Ieper te verkennen. Velen kozen natuurlijk voor Vlaamse frieten – onwetend dat die ’s avonds opnieuw op het menu zouden staan.
Het was – net als voorgaande jaren – prachtig weer. Dat kwam goed uit, want de middag stond in het teken van een rondrit langs historische plekken rondom Ieper. Na verzameld te hebben bij de Menenpoort – het monument waarop bijna 56.000 namen van vermiste Britse soldaten prijken – vertrokken we met de bus langs enkele bijzondere locaties. Nieuw dit jaar was dat we een bezoek brachten aan Bayernwald. In dit stukje bos is de oorspronkelijk loopgraaf van de Duitse linie hersteld zodat je er doorheen kan lopen. Onder de bezielde leiding van gids Frank trokken 70 leerlingen door de loopgraven langs bunkers, dug-outs en metersdiepe schachten die ooit waren aangelegd om te kunnen horen of er niet door de vijand onder de loopgraven werd getunneld.
Na de loopgraven brachten we een bezoek aan Hill 60, waar het landschap nog altijd de littekens van de oorlog draagt. Monumenten, bunkers en diepe kraters herinneren aan de hevige gevechten die hier ruim een eeuw geleden plaatsvonden, met als hoogtepunt/ dieptepunt een krater met een doorsnede van ruim 30 meter. Vervolgens reden we door naar de indrukwekkende begraafplaatsen Langemarck (waar ca. 45.000 Duitse soldaten begraven liggen) en Tyne Cot (waar 12.000 Britse soldaten rusten die sneuvelden tijdens de Slag bij Passendale, een van de bloedigste veldslagen rond Ieper). Met name deze laatste begraafplaats met zijn witte stenen en liggend op een heuvel waardoor je ook over het landschap uitkijkt, maakt veel indruk op de leerlingen.
Aan het eind van de dag aten we gezamenlijk in een restaurant net buiten Ieper. Rond half acht keerden we terug naar de stad voor het laatste onderdeel van het programma: de Last Post. Deze dagelijkse herdenkingsceremonie vindt plaats onder de Menenpoort. Na afloop stapten we weer in de bus, en rond middernacht kwamen we moe maar voldaan terug in Amsterdam.
We kijken terug op weer een bijzondere en gezellige reis met de leerlingen.
