Bij het vak economie denk je misschien meteen aan geld. En dat is niet gek, want geld speelt een belangrijke rol en komt vaak aan bod in de lessen. Maar waar voor sommigen geld het einddoel is, is het in feite niet meer dan een middel. Het lastige van geld? Je kunt het maar één keer uitgeven. Daarom moeten mensen, bedrijven en overheden goed nadenken voordat ze hun geld besteden. Dáár draait het vak economie om: het neemt je mee op een boeiende reis door de wereld van geld, handel en de keuzes die mensen maken. Je ontdekt hoe bedrijven beslissen wat ze produceren, hoe consumenten bepalen wat ze kopen en hoe overheden beleid maken om de economie te sturen. Het is net een groot spel waarin iedereen een rol heeft – en jij leert de spelregels!
Wist je trouwens dat de oorsprong van economie teruggaat tot de oude Grieken? Het woord economie komt van het Griekse οἶκος (huis) en νέμω (beheren of verdelen). Samen vormt dit ‘οἰκονομία’, wat letterlijk ‘huishoudbeheer’ betekent. In eerste instantie ging οἰκονομία dus over het organiseren van het huishouden. Aristoteles en andere Griekse filosofen bestudeerden al de kunst van het vergaren van rijkdom en de vraag of bezit beter in particuliere of publieke handen kon zijn. Xenophon schreef in zijn boek Οἰκονομικός hoe een huishouden kon worden geleid. Hierbij lag de focus op landbouw en handel. De oude Romeinen gebruikten dit werk van Xenophon in hun werk en waren op hun beurt weer van invloed op middeleeuwse denkers.
Economie is op het Barlaeus voor alle derdeklassers een vast onderdeel van het lesprogramma. In de derde klas maak je kennis met het vak en krijg je een goed beeld van wat het inhoudt als je het kiest voor je profiel. Vanaf klas vier kun je economie als examenvak volgen, ongeacht welk profiel je kiest. Bij het profiel Economie & Maatschappij is het (natuurlijk) een verplicht vak. Onderwerpen die aan bod komen zijn bijvoorbeeld micro-economie, waarin verschillende marktvormen zoals monopolie, oligopolie en volkomen concurrentie aan bod komen, maar ook speltheorie en verzekeringen. Bij macro-economie kijken we naar de invloed van de overheid, banken en de centrale bank op de economie, economische groei en de conjunctuur. Bovendien doe je economische experimenten en kun je zelf ook met economische vraagstukken komen die we in de les bespreken.