London, here we come
Ver voor zonsopgang vertrokken we woensdagochtend van het Museumplein richting Calais met als eindbestemming Londen. In de bus viel iedereen na de korte onderbreking van het vertrek in slaap en tot diep in België was het muisstil. De kunstreis naar Londen ging dit jaar met bus en boot. Dat is omslachtig, maar ook wel heel gezellig, met zicht op zeehonden bij de afvaart en een English Breakfast aan boord.
’s Middags aangekomen in Londen leidde onze eerste rondleiding ons door de National Gallery waar we prachtige schilderkunst bekeken. De leerlingen aten in verschillende restaurantjes, waarna we weer bij elkaar kwamen op het Trafalgar Square. De laatste lichte drupjes woeien voorbij en de rest van de reis was het voor Engelse begrippen onwaarschijnlijk zonnig en droog. In groepen speurden de leerlingen zich, al vragen beantwoordend en fotograferend, een weg naar het hostel.
Op donderdag ontbeten we in het hostel. De kamers waren klein en de bedden wat krap, maar het ontbijt met pancakes met Nutella maakte dat een beetje goed. Bovendien lag het hostel in een leuke straat middenin de stad.
Donderdagochtend hebben de leerlingen in groepen de meest uiteenlopende dingen gezien: een eerste uitgave van Shakespeare en een handgeschreven partituur van Mozart in de British Library, de eerste stoommachine en de slinger van Foucault in het Science Museum, dinosauruseieren en een walvis in het Natural History Museum en een bijzonder samenraapsel van schilderijen, opgegraven tempelstukken en zelfs een sarcofaag met de mummie van farao Sethos I in het Sir John Soane’s Museum.
Na de lunch in de zon ging de helft van de leerlingen met Liselot en Nathan op zoek naar math and art in the parks of London. Wiskunde, kunst en parken bleken een geslaagde combinatie. Met Janne en Jan Willem ging de andere helft van de leerlingen naar Tate Modern. Als opdracht moesten zij de mooiste stukken uit de collectie per opbod aan elkaar verkopen en als volleerd veilingmeesters gaven zij indrukwekkende interpretaties van de kunstwerken die wij zagen (bijvoorbeeld over Palm Sign van Yto Barrada: ‘Het feest van de kleurige lampjes, het plezier dat je in het leven kan hebben, wordt ingeperkt door de harde metalen rand van de beperkingen van deze wereld’).
Na het eten bezochten we Richard III in Shakespeare’s Globe. Het weer was goed. Gelukkig maar, want net zoals ook in Shakespeare’s tijd zagen we deze voorstelling staand en zonder dak boven ons hoofd. Hoewel het staan enige moeite kostte – het stuk duurde tweeënhalf uur – was het een onvergetelijke ervaring. Het acteerwerk was goed en energiek, het verhaal spannend en de muziek goed. Een geweldige avond.
Op de vrijdagochtend moesten we ons helaas alweer voorbereiden op de terugreis; spullen inpakken, lakens afhalen en eten kopen voor onderweg. Voor een bezoek aan het British Museum was gelukkig nog tijd. We zagen de Parthenon Marbles, de steen van Rosette en vondsten van vroegmiddeleeuwse begraafplaats Sutten Hoo.
Op de terugreis misten we de boot. En dat terwijl we op tijd waren. Wat ging dat er allemaal onhandig aan toe in Dover! Op het zonnige dek en tijdens het warme avondeten op de boot voelde de vertraging niet onprettig. Des te erger was het toen de bus om half twee ’s nachts aankwam op het Museumplein waar doorweekte ouders ons stonden op te wachten en we door de stromende regen naar huis moesten. Een laat en verregend einde van een hartstikke leuke reis.